Perfect bestaat niet, af wel!

Hoe ik een prentenboek maakte

*Update: mijn boek is sinds kort te leen in de Nederlandse bibliotheken en mijn voorraad is uitverkocht! De Engelse versie is nog te koop.*

Terwijl ik wandelde met de hond kwam de tekst op het ritme van mijn looppas. Het idee van het verhaal zat al twee jaar in mijn onderbewuste en blijkbaar was dit het moment om eruit te komen. En in het Engels nog wel! Het vluchtig ingesproken voicebericht staat nog altijd op mijn telefoon. Daarna is het snel gegaan en ben ik begonnen met schetsen. Ik besloot aan collega illustratoren hulp te vragen door mee te kijken, want ik weet nu dat het zo veel beter werkt met feedback van andere creatieven! Zo veranderde ik het hoofdpersonage in een kind, want het was eerst een volwassene. En kreeg ik hulp met mijn Nederlandse vertaling.

Ik schreef en illustreerde dit boek en besloot er helemaal voor te gaan en zelf een oplage te laten drukken. Het verhaal klopte, ik voelde het ritme, ik zag het voor me. Ik wilde alle stappen zelf doorlopen om meer te leren, ik wilde dit product afmaken en de wereld in sturen.

Wat is een prentenboek?

Volgens mij is een prentenboek een kunstvorm, vooral de kunst van het weglaten. Het is een verhaal wat wordt verteld in woord en beeld, vaak verdeeld over 12 dubbele pagina’s (spreads). Er is een goede samenwerking tussen schrijver en illustrator nodig om het verhaal op de juiste manier te vertellen, maar de prentenboekmaker kan ook één persoon zijn. Een prentenboek wordt vaak voor kinderen gemaakt, maar er zijn ook veel volwassenen die een grote waardering hebben voor prentenboeken.

Mijn overzicht schets voor het prentenboek ‘I love my cat’.

Hoe maak je een prentenboek?

Begin bij het verhaal! Jarenlang pakte ik het verkeerd aan: ik had het verhaal, maar vooral mooie karakters en een setting bedacht. Zo snel als ik kon wilde ik gaan beginnen aan mijn prentenboek illustraties. Maar vaak was mijn verhaal nog niet echt af, het einde of het midden klopte niet, of het bevatte geen ritme. Het gevolg was dat ik steeds opnieuw kon beginnen met mijn tekeningen of het verhaal (en dan weer de tekeningen).

Over het algemeen is het bij een prentenboek wat saai om precies te tekenen wat wordt beschreven, je kan juist zo veel meer doen met de tekst en met het beeld! (Uiteraard ligt het ook aan de doelgroep en het doel van het boek.) Wat dacht je van een moment als het omslaan van een pagina? Dat is een moment waarmee je kunt spelen: gebeurt er in de ene spread iets? Dan zie je het gevolg bijvoorbeeld op de volgende pagina, dat kan heel grappig worden. Zie onderstaand voorbeeld ‘What will George do?’. Je wil graag de pagina omslaan om te zien wat hij gaat doen!

De tekst kan het beeld zijn op zich (typografie). De tekst kan helemaal weggelaten zijn en zo een verhaal zijn wat bestaat uit enkel beelden (maar er is zeker een verhaal!). De illustraties kunnen de tekst volgen, maar ook iets totaal anders laten zien. Ik heb nu een aantal dingen aangestipt maar er is nog zo veel meer te vertellen, het is een vak apart en ik wil er alles van leren.

Wat ik leerde

Ik heb de afgelopen jaren ontzettend veel verhalen geschreven/begonnen. En ik heb ontzettend veel ‘gefaald’ en daardoor geleerd! Sommige schetsen (in tekst en beeld) van prentenboeken zijn nog steeds fantastisch en liggen op de plank te wachten op mij en een uitgever, andere zijn een totale flop. Ik leerde vooral om door te zetten.

Na jaren van oefenen (en fouten maken) ben ik steeds beter geworden in het vertellen van verhalen in beeld. Ook volgde ik een fantastische cursus in Cambridge en bij Tjibbe Veldkamp, echt gericht op prentenboeken schrijven. Daardoor leerde ik veel over de structuur van een verhaal en oefenden we met andere illustratoren in schrijven. Lang nadat de cursus voorbij was spraken we nog vaak af om elkaars werk van feedback te voorzien. Dit alles zorgde ervoor dat ik nu best goed weet wat ik doe. Al leer ik uiteraard graag bij en ben ik nog lang niet uitgeleerd!

Het leven buiten illustreren zat even niet mee, maar uiteindelijk kwam mijn boek met hard werken af. Iedereen vroeg me ernaar, ik had er zo veel mensen bij betrokken. En toen het af was gaf dat zo’n boost! Het hele proces heb ik zelf doorlopen: het schrijven, het schetsen, het illustreren, het mezelf motiveren. Het opmaken van mijn boek, het ontwerp voor de kaft, het maken van het font, het schrijven van de flaptekst, het ISBN nummer aanvragen, print on demand uitzoeken, offertes voor het drukken van een eigen oplage aanvragen, een drukproef maken, het boek vertalen naar het Nederlands, mensen vragen om mee te denken, de tekst laten nakijken. En daarna eigen marketing en verkoop regelen, meedoen aan de kinderboekenweek enz.

Perfectionisme heb ik een halt toegeroepen, want zonder uitgever die iets verwachtte kon ik uiteraard eindeloos doorgaan, stoppen of overnieuw willen beginnen. Ik heb nu al weer zoveel geleerd ten opzichte van twee jaar geleden. Maar ik mag echt trots zijn op het resultaat, dat ben ik ook. Perfect bestaat niet, af wel… En nu op naar het volgende project! En dat volgende project wil ik me toch vooral gaan richten op de illustraties 🙂

Ontdek meer van Alies Broekhuizen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder